Wat is alcohol?
Alle alcoholische dranken – zoals bier, wijn (rood, wit of rosé), sterkedrank en gedistilleerde drank – – ontstaan door hetzelfde procedé: de fermentatie van suikers, zoals glucose of fructose uit fruit, granen of wortels. Of alcohol nu uit essenbladeren, appels of maïs afkomstig is, het molecuul ethanol of ethylalcohol is hetzelfde, en heeft dezelfde effecten op het lichaam.
De lever breekt ingenomen alcohol af dankzij een reeks enzymen die ethanol omzetten in verschillende componenten die uiteindelijk worden afgebroken.
Alcohol en glykemie: het effect van alcohol op de bloedsuikerspiegel
In alcohol zit vaak veel suiker – de calorie-inname voor 1 gram alcohol is 7 kcal – en kan hypoglykemie veroorzaken.
Risico op hypoglykemie door alcohol: waarom daalt de bloedsuikerspiegel door alcohol?
Om dit te begrijpen, moet je weten dat de lever het orgaan is dat niet alleen toxines (waaronder alcohol) afbreekt, maar ook de grootste hoeveelheid glucose in de vorm van glycogeen opslaat, dat vrijkomt bij een lege maag.
Maar de lever kan niet tegelijkertijd het bloed te ontgiften en glucose vrijmaken. Daarom vermindert alcohol de vrijmaking van glucose in het bloed door de lever en heeft dus een remmende werking op neoglucogenese. Het risico op een hypoglykemie wordt dus groot als je met diabetes type 1 leeft. En door de mix van alcohol en insuline wordt dit risico nog groter.
Alcoholgebruik en hypoglykemiesymptomen
Een ander belangrijk punt: alcohol kan de symptomen van hypoglykemie in de hersenen (bleekheid, misselijkheid, flauwte, zichtproblemen etc.) verbergen, waardoor personen met diabetes te laat koolhydraten innemen om hun hypoglykemie te verhelpen of zelfs helemaal niets doen omdat ze de hypoglykemie niet eens opmerken. De hypoglykemie kan zo dus erger worden.
Daarom is het belangrijk om bij het drinken van alcohol bij bijvoorbeeld een aperitief, een avondje uit, een kerstdiner of oudejaarsavond steeds koolhydraten in te nemen en de dosis insuline pas bij het begin van de maaltijd, bij de koolhydraten, toe te dienen.
Glucagon en andere bloedsuikerspiegel verhogende hormonen: een beperkte contraregulering
Normaal gesproken is het lichaam in staat om bij hypoglykemie contraregulerende hormonen uit te scheiden. Door deze hormonen kan het lichaam glucose vrijmaken: dit zijn bloedsuikerspiegel verhogende hormonen (zoals adrenaline).
Het belangrijkste is glucagon, dat net zoals insuline door de alvleesklier wordt vrijgemaakt. Glucagon werkt voornamelijk in op de lever en in mindere mate op de vet- en spiercellen, die andere energiereserves zijn.
Glucagon is een spoedgeneesmiddel dat gebruikt wordt bij een hypoglykemie, het zorgt ervoor dat glycogeen in de lever vrijkomt en in de bloedsomloop terechtkomt in de vorm van glucose. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer.
Toch wordt bij hypoglykemie door alcoholgebruik de werking van de contraregulering van de glucagon bij de lever verminderd.
Diabetes type 1, hypoglykemie en alcohol: hoe ga je ermee om?
Wanneer je het effect van alcohol op het lichaam kent, met name op het suikergehalte in het bloed, weet je dus hoe je complicaties kunt voorkomen. Behalve het vaker meten van je bloedsuikerspiegel– je moet dus altijd je apparaten voor diabetesbeheer bij je hebben – is het belangrijk om nooit op een nuchtere maag alcohol te drinken.
Diabetes vormt geen contra-indicatie voor alcoholgebruik. Naast de aanbevelingen die voor iedereen gelden, moet een persoon met diabetes type 1 extra goed opletten en goede reflexen hebben om verantwoord alcohol te consumeren zonder risico op hypoglykemie en zelfs een ernstige hypoglykemie.